china handelsoorlog

Handelsoorlog tussen de VS en China: analyse over de strategie en de macro-economische gevolgen

Apr 8, 2025
Aanbieding: 

Analyse handelsoorlog China en VS. Begin april 2025 laaide de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China hoog op. De Amerikaanse regering – onder leiding van president Donald Trump – kondigde nieuwe invoerheffingen aan op Chinese producten. Op 2 april, door Trump uitgeroepen tot Liberation Day, legde de VS een tarief van 34% op vrijwel alle import uit China, bovenop een eerder in het jaar ingesteld tarief van 20% als sanctie voor Chinese betrokkenheid bij fentanylhandel. China sloeg onmiddellijk terug met tegentarieven van 34% op Amerikaanse goederen (ingang 10 april). President Trump dreigde vervolgens de druk verder op te voeren met een additioneel tarief van 50% als Beijing zijn heffingen niet zou intrekken.

Op diplomatiek vlak reageerde China opvallend door een oud fragment van president Ronald Reagan uit 1987 te verspreiden. De Chinese ambassade in Washington deelde op sociale media Reagan’s toespraak waarin hij waarschuwde dat hoge importtarieven misschien patriottisch lijken maar onvermijdelijk tot vergelding door andere landen leiden en zo “felle handelsoorlogen” ontketenen. Bij de video schreef de ambassade dat deze decennia-oude boodschap “nieuwe relevantie in 2025” heeft gekregen – een kritische sneer naar het Amerikaanse protectionisme. Deze gebeurtenissen roepen vragen op over de koers van de wereldhandel en vormen een casus om te toetsen aan twee actuele perspectieven: Russell Napier’s analyse van “National Capitalism” en Agenda 47 van de Trump-administratie. Ook de bredere economische en monetaire gevolgen – van de Chinese munt tot mondiale toeleveringsketens – verdienen nadere beschouwing.

In dit rapport onderzoeken we eerst hoe de escalatie past binnen Napier’s idee van het einde van vrije-marktglobalisering. Vervolgens analyseren we de parallellen met Trump’s agenda (herindustrialisatie, reshoring en protectionisme, inclusief zijn Liberation Day-retoriek en Agenda 47 beleidsplannen). Tot slot belichten we de economische consequenties op lange termijn mocht deze handelsoorlog voortduren doordat China terugslaat: de impact op de Chinese renminbi, de effecten op wereldwijde supply chains, investeringsstromen en de mogelijke heroriëntatie van productie. Ten slotte, kijken we naar de rol van Scott Bessent bij het veroorzaken van Black Monday op 7 april 2025 en de verdere adoptie van bitcoin als een politieke neutrale reserve asset als een natuurlijk gevolg van deze geopolitieke en macro-economische chaos.

1. Handelsoorlog in het kader van Napier’s ‘National Capitalism’

Financieel historicus Russell Napier betoogt dat we een einde meemaken van de era van vrije marktglobalisering en de opkomst van wat hij noemt “national capitalism”. In Napier’s visie verlaten overheden de laissez-faire principes van de afgelopen decennia ten gunste van directe sturing van economische middelen ten behoeve van nationale prioriteiten. Volgens Napier is het mondiale financiële systeem dat sinds 1994 bestond aan het instorten, en nemen staten het heft weer in handen. Kernmerken van national capitalism zijn onder meer:

  • Actieve overheidssturing van kapitaal: Regeringen gidsen nationale spaargelden en investeringen via regelgeving naar strategische sectoren in eigen land in plaats van vrije kapitaalstromen naar het buitenland toe te laten. Zo worden bijvoorbeeld pensioenfondsen verplicht een deel van hun middelen in binnenlandse infrastructuur of staatsobligaties te beleggen.
  • Industrieel beleid en protectionisme: Overheden zetten in op het beschermen en uitbouwen van kritieke binnenlandse industrieën – zelfs als dit betekent dat vrije handel wordt ingeperkt. Napier wijst erop dat hoge overheidsschulden en zorgen om economische veiligheid over de hele wereld deze trend aanjagen. In plaats van globalisering omarmen staten weer industrieel beleid: denk aan subsidies, handelsbarrières en publiek-privaat gefinancierde projecten in defensie, energie of technologie.

De recente escalatie in de handelsstrijd tussen de VS en China lijkt Napier’s analyse treffend te bevestigen. We zien immers hoe beide staten actief ingrijpen in handelsstromen om geopolitieke en economische doelen te dienen – een breuk met het idee van ongestoorde vrije wereldhandel. President Trump’s scherpe tarieven op Chinese goederen illustreren dat de Amerikaanse overheid bereid is het marktmechanisme te verstoren om strategische voordelen te behalen (zoals het afdwingen van meer productie op eigen bodem of het straffen van ongewenst gedrag van China). China op zijn beurt beantwoordt de Amerikaanse heffingen met eigen tarieven en mogelijk andere tegenmaatregelen, gedreven door nationale trots en het signaal dat het zich niet laat intimideren. In Napier’s termen ruilen beide grootmachten de WTO-geest van vrijhandel in voor economisch nationalisme: zij sturen kapitaal- en handelsstromen “in dienst van geopolitieke belangen”, precies zoals Napier voorspelde.

Napier geeft zelf voorbeelden van deze trend: in Europa pleitte Emmanuel Macron ervoor honderden miljarden euro’s Europese spaargelden weg te halen uit Amerikaanse beleggingen om ze in de EU te investeren, terwijl Mario Draghi opriep om investeringen te kanaliseren naar strategische sectoren . In de Verenigde Staten is een heropleving van industrieel beleid zichtbaar “to counter China, focusing on reshoring critical industries and strengthening domestic manufacturing”. Deze Amerikaanse koerswijziging – ingezet onder Biden met o.a. de CHIPS- en Inflation Reduction Act, en nu versneld door Trump’s harde handelsbeleid – past precies in Napier’s plaatje. Overheidsbeleid domineert marktuitkomsten: de staat beslist wat en waar er geïnvesteerd of geproduceerd moet worden, met handelsbeleid als instrument.

Ook China zelf belichaamt national capitalism. Beijing heeft altijd al een staat-geleide economie gehad, maar onder internationale druk kan het nog sterker de eigen markt afschermen of kapitaalbewegingen beperken. Napier voorzag bijvoorbeeld dat China wellicht zou afstappen van de semi-dollarpeg van de yuan in een poging meer financiële autonomie te krijgen. Hoewel de Chinese pogingen om de renminbi als alternatieve reservemunt te vestigen tot dusver weinig tractie hebben, wordt duidelijk dat China zijn financiële en monetaire beleid eveneens in dienst stelt van nationale belangen (bijv. door strengere controle op valuta-uitstroom, of door eigen technologiebedrijven te steunen nadat Westerse sancties hen raken).

Bevestiging van het einde van vrije marktglobalisering: De tit-for-tat tarievenoorlog van 2025 toont concreet hoe de era van uitbundige globalisering plaatsmaakt voor een georchestreerde economische ordening. Waar ooit beide landen elkaar economisch aanvulden (China als fabriek van de wereld, de VS als consumptiemarkt), zien we nu een bewuste poging om die integratie terug te draaien. Vrije marktwerking wordt ondergeschikt gemaakt aan politieke doelstellingen als strategische autonomie en economische veiligheid. Napier’s stelling dat overheden “free-market principles” verlaten ten gunste van nationale sturing wordt hiermee zichtbaar werkelijkheid. De traditionele globalistische benadering – waarin handel primair werd gedreven door kostenefficiëntie en comparatief voordeel – moet wijken voor een meer mercantilistische aanpak, waarin elk land probeert zijn eigen industrie te beschermen of uit te bouwen, desnoods ten koste van mondiale efficiëntie.

Staten sturen kapitaal- en handelsstromen actief: De VS koppelt handelsbeleid nu openlijk aan geopolitiek. Zo rechtvaardigde Trump de eerder genoemde 20%-tarief op Chinese goederen expliciet als straf voor de Chinese rol in de Amerikaanse fentanyl-crisis. Hiermee vervaagt de grens tussen buitenlandse politiek en economische politiek, iets wat ook tijdens Trump’s eerste termijn al zichtbaar was. China dreigt op zijn beurt cruciale exporten in te houden – in het verleden heeft Beijing bijvoorbeeld gedreigd de uitvoer van zeldzame aardmetalen te beperken als drukmiddel. Deze mineralen zijn onmisbaar in high-tech en defensie-industrieën; door ze als wapen in te zetten stuurt China internationale kapitaal- en goederenstromen in zijn voordeel. Bovendien investeert China fors in strategische projecten in bevriende of neutrale landen (Afrika, Zuidoost-Azië) om minder afhankelijk te worden van Westerse markten. Dit alles onderstreept Napier’s punt dat we in een wereld komen waarin regeringen bepalen waar en hoe kapitaal stroomt, “mandating where investors should deploy their capital” in het nationale belang (Russell Napier – Octavian Adrian Tanase – LinkedIn).

Samenvattend laat de tarievenoorlog zien dat de vrije marktglobalisering op haar retour is. Waar Reagan in 1987 nog pleitte voor handelsliberalisering, trekken zijn politieke erfgenamen nu muren op. Overheden aan beide zijden van de Stille Oceaan interveniëren direct in handels- en investeringsstromen. Deze escalatie bevestigt Napier’s voorspelling: de pendel is omgeslagen van globalisering naar economisch nationalismeNational Capitalism – waarin staten de internationale economie herkneden naar geopolitieke agenda’s.

2. Handelsoorlog en agenda 47 van de Trump-adminstratie

De huidige ontwikkelingen sluiten naadloos aan bij de langverkondigde visie van de Trump-administratie op economie en handel. Sinds 2016 voerde Donald Trump campagne met harde kritiek op globalisering: hij stelde dat vrijhandel “Amerika heeft uitgehold”, dat China en andere landen de VS jarenlang hebben “beroofd” met oneerlijke praktijken, en hij beloofde een terugkeer van industrie naar eigen bodem. Deze retoriek is in 2025 onveranderd en wordt nu geconcretiseerd in beleid. De escalatie in tarieven legitimeert in de ogen van Trump en zijn achterban zijn oproepen tot herindustrialisatie, reshoring en protectionisme, doordat het aantoont dat de VS bereid is drastische maatregelen te nemen en dat andere landen (zoals China) inderdaad met vergelding reageren – precies zoals Trump altijd heeft voorspeld in zijn “trade war” verhaal.

Enkele belangrijke pijlers van Trump’s economische nationalisme die nu zichtbaar worden in de besluitvorming:

  • Universele baseline-tarieven en wederkerigheid: In Trump’s Agenda 47 (zijn beleidsplan als 47e president) werd al een “nieuw pro-Amerika systeem van universele basistarieven” aangekondigd op vrijwel alle buitenlandse producten. Het idee hierachter is om buitenlandse fabrikanten zwaarder te belasten ten gunste van binnenlandse producenten. In plaats van Amerikaanse bedrijven te straffen met hoge belastingen of milieuregels (zoals Trump het “disastrous Biden system” noemt), wil hij buitenlandse goederen belasten en zo een “level playing field” creëren. Dit concept van wederkerige tarieven is nu in praktijk gebracht: de 10% basistarief op álle import is hiervan het fundament, en daarbovenop komen hogere tarieven voor landen die volgens Trump de VS uitbuiten. Zo krijgen landen met forse handelsoverschotten of handelsbelemmeringen richting de VS extra heffingen opgelegd. Conform dit principe kondigde het Witte Huis op 2 april aan dat “American workers and businesses will be put first… those days of America being ripped off are over”. Het beleid dwingt andere landen tot wederkerigheid: als jouw markt onze producten weert of je overspoelt ons met goedkope export, dan betaalt jouw export voortaan tol bij de Amerikaanse grens.
  • Herindustrialisatie en reshoring: Een hoofdthema in Trump’s beweging is het herstellen van de Amerikaanse maakindustrie. De nieuwe tarieven zijn ontworpen om reshoring te stimuleren: buitenlandse bedrijven krijgen een prikkel om productie naar de VS te verplaatsen om de heffing te vermijden, en binnenlandse bedrijven worden beter beschermd tegen importdumping. Trump zelf claimt dat zijn tariefplan “enorm veel welvaart terug naar ons land zal brengen” en dat decennia van fabrieksverlies nu voorbij zijn. Tijdens de aankondiging op Liberation Day benadrukte de regering dat de VS te lang “de meest open economie” is geweest terwijl andere hun markten sloten, en dat dit heeft geleid tot een gigantisch handelsdeficit en het “uithollen” van Amerikaanse industrie. Die boodschap legitimeert Trump’s jarenlange stelling dat globalistische politiek Amerikaans werk heeft gekost. Nu er daadwerkelijk forse importtarieven gelden, kan de Trump-beweging dit presenteren als het uitvoeren van hun mandate: maak de VS weer een productie-supermacht. Trump beloofde “We will quickly become a manufacturing powerhouse like the world has never seen before”, en dergelijke retoriek klinkt door in de maatregelen van 2025.
  • Protectionisme als patriotisme: Trump’s campagne heeft protectionisme herverpakt als een vorm van patriottisme en economische bevrijding. Hij noemde 2 april 2025 niet voor niets “Liberation Day”, een dag die volgens het Witte Huis “als een van de belangrijkste in de moderne Amerikaanse geschiedenis zal gelden”. De term Liberation Day suggereert een bevrijding van buitenlandse economische overheersing. Trump gebruikte dezelfde term al voor zijn verkiezingswinst (“Election Day 2024 as ‘Liberation Day’”) en zijn inauguratie: “20 januari 2025 is Liberation Day voor de Amerikaanse burgers” verklaarde hij. Deze symboliek – doen denken aan onafhankelijkheidsdagen – geeft aan hoe Trump’s beweging de strijd tegen vrijhandel framet als een bevrijdingsstrijd. In beleid zien we echo’s hiervan: meteen op Liberation Day tekende Trump uitvoeringsbesluiten voor de wederzijdse tarieven en sloot hij een achterpoortje waardoor buitenlandse producten via derde landen de heffing konden ontlopen. Dit agressieve protectionisme wordt door de achterban gezien als het nakomen van beloftes (Trump’s beroemde “America First”-missie en als gerechtvaardigd na jaren van oneerlijkheid van partners. Zelfs Reagan’s vrijhandelsidealen weerhouden hen niet; prominente Trump-gezinden betogen dat Reagan’s context anders was en dat “tariffs are not inherently harmful when used” om een gelijk speelveld af te dwingen (Chloë M. Smith PhD. on X: “While President Reagan’s warning …). Met andere woorden, de Trump-beweging ziet zichzelf als realistischer dan Reagan: free trade is mooi in theorie, maar niet als alleen Amerika zich eraan houdt.
  • Agenda 47 beleidsagenda in actie: De gebeurtenissen van april 2025 vertonen sterke overeenkomsten met Trump’s aangekondigde Agenda 47. In februari 2023 schetste Trump een America First-handelsplan waarin o.a. het intrekken van China’s most favored nation-status en het instellen van universele tarieven centraal stonden. Ook zou de VS valutamanipulatie bestraffen met extra tarieven. Dit is precies wat we terugzien: de 34% tarief op China is deels gemotiveerd door jarenlange Chinese handelspraktijken (staatssteun, valutaspelletjes) en zijn dreiging van extra 50% als China niet buigt, sluit aan bij de aangekondigde escalatie bij “unfair practices”. Verder omvat Agenda47 het idee om de binnenlandse belastingdruk te verlagen door buitenlandse invoer te belasten – een soort External Revenue Service die elders werd geopperd. Inderdaad stelde Trumps adviseur dat de nieuwe tarieven jaarlijks $600 miljard aan inkomsten kunnen opleveren, potentieel genoeg om belastingverlagingen voor Amerikanen te financieren. Het beleid dat nu gevoerd wordt is de Trump-agenda: hard optreden tegen handelspartners (niet alleen China, maar ook de EU, Vietnam, enz., zien we getroffen worden), infrastructuur van handel herzien in het voordeel van de VS, en confrontatie niet schuwen.

In hoeverre legitimeren deze ontwikkelingen Trump’s standpunten? Vanuit het perspectief van Trump’s achterban volledig: de tariefescalatie bewijst dat Trump dóórpakt waar eerdere politici aarzelden. Hij wees jaren geleden al op het enorme handelsdeficit (dat in 2022 opliep tot $948 miljard) en noemde dat een teken dat Amerika “laat zich uitbuiten”. Nu zijn drastische maatregelen genomen om dit aan te pakken, kan Trump zeggen: zie je wel, dit was nodig en wij durven het aan. Bovendien tonen de Chinese tegenmaatregelen aan dat het geen vrijblijvende retoriek is – het is een economische oorlog, wat Trump’s narratief van een jarenlang eenzijdig benadeelde VS geloofwaardigheid geeft. Zijn oproepen tot reshoring en het herstellen van de “heartland” industrieën krijgen politiek gewicht nu het beleid er daadwerkelijk op gericht is bedrijven terug te lokken. Al in zijn eerste termijn zag Trump enige terugkeer van banen in bv. de staalindustrie dankzij tarieven, al gingen daar ook kosten mee gepaard. Nu, met een veel bredere heffingsbasis, wordt een lans gebroken voor het idee dat de overheid mag ingrijpen om economische structuur te veranderen. Dat is een breuk met de traditionele Republikeinse vrijhandelsvleugel (vandaar ook het gebruik van Reagan’s speech als kritiek), maar de Trump-beweging heeft de GOP definitief in een andere richting geduwd.

Wel is het zo dat kritiek en risico’s op de loer liggen, ook iets waar we in Trumps beleid echo’s van zien. Zo benadrukt zijn administratie dat de tarieven bedoeld zijn om arbeiders te helpen en inkomensongelijkheid aan te pakken, omdat decennia van offshoring lonen hebben gedrukt . Maar critici wijzen erop dat tarieven feitelijk een consumentenbelasting zijn die prijzen verhogen. Tijdens Trump’s ‘Liberation Day’ toespraak werd dit spanningsveld zichtbaar: enerzijds belooft men een “Golden Age for American workers”, anderzijds waarschuwen economen dat hogere prijzen de koopkracht van diezelfde arbeiders raken. Toch is de Trump-beweging bereid dit op de koop toe te nemen, in de overtuiging dat economische soevereiniteit op langere termijn belangrijker is dan korte termijn prijsstijgingen. De woorden van Reagan ten spijt, zet men in op een nieuw model waarin de staat handel stuurt. Daarmee vormt de huidige tariefstrijd in feite de praktische uitvoering van Trumps populistisch-nationalistische economische agenda.

3. Economische en monetaire gevolgen van de handelsoorlog met China

De escalatie van heffingen tussen de twee grootste economieën ter wereld heeft verstrekkende gevolgen. We onderzoeken hier twee belangrijke dimensies: (a) de impact op de Chinese munt (renminbi/yuan) en (b) de effecten op wereldwijde logistieke ketens, investeringsstromen en productievestigingen.

3.1 Impact op de Chinese renminbi (yuan)

Een directe vraag is hoe China’s munt reageert en of Beijing een devaluatie zal inzetten als wapen of buffer in de handelsoorlog. In het verleden liet China de yuan verzwakken tijdens handelsconflicten om zo de Amerikaanse tarieven gedeeltelijk te compenseren (een zwakkere munt maakt Chinese exportproducten immers weer goedkoper in dollars). Ook nu is de druk op de renminbi toegenomen nu de VS de importkosten met tientallen procenten opvoert.

Op korte termijn heeft de Chinese centrale bank echter voorzichtigheid betracht. Vlak na de tariefaankondigingen begin april 2025 verwachtten analisten dat Beijing de referentiekoers van de yuan fors lager zou zetten (men rekende op ~1,8% depreciatie in de officiële middenkoers) om de klap voor exporteurs op te vangen . Maar verrassend genoeg koos de People’s Bank of China voor slechts een minimale aanpassing van 0,1% (naar 7,198 yuan per dollar. Dit duidt erop dat China vooralsnog geen agressieve valutaoorlog ontketent als reactie. Chinese beleidsmakers schuwen grote schokken; ze zien op dit moment blijkbaar geen “urgente reden” voor een sterke depreciatie en hopen wellicht op de tijd die rest voordat de tarieven daadwerkelijk ingaan om nog te onderhandelen.

Toch is de verwachting dat de renminbi geleidelijk zal verzwakken als de hogere tarieven eenmaal van kracht worden. Sinds het begin van Trump’s tweede termijn (januari 2025) was de yuan eind Q1 slechts ~0,2% gedaald ten opzichte van de dollar , wat relatief stabiel is ondanks de al opgevoerde Amerikaanse druk (20% tarief eerder). Analisten van Reuters voorzien echter dat, zodra de 34% tariefverhoging effectief wordt na 9 april, de Chinese munt een “controlled grind lower” zal inzetten . Met andere woorden: Beijing zal waarschijnlijk een geleide devaluatie toelaten – stukje bij beetje – om Chinese exporteurs ademruimte te geven, maar zonder de indruk te wekken van paniek of een vrije val. Het doel van zo’n gecontroleerde daling is om elke hint van “runaway depreciation” en kapitaalvlucht te vermijden . Chinese autoriteiten herinneren zich immers goed hoe een snelle yuan-daling in 2015 tot kapitaaluitstroom leidde.

De implicaties van een zwakkere yuan zijn dubbel. Aan de ene kant verzacht het de pijn voor Chinese exportbedrijven: als de yuan bijv. 10% in waarde daalt, kunnen hun goederen 10% goedkoper worden geprijsd in dollars, wat een groot deel van een 34% tariefstijging compenseert. Dit helpt China om marktaandeel te behouden. Aan de andere kant maakt een devaluatie importen duurder binnen China, wat inflatie kan aanwakkeren en de koopkracht van Chinese consumenten schaadt. Daarnaast kan een substantiële yuan-verzwakking verdere Amerikaanse tegenreacties uitlokken – Trump heeft vaak beschuldigd dat China zijn munt kunstmatig laag houdt. In zijn Agenda47-plan staat expliciet dat tarieven incrementeel verhoogd zullen worden als landen hun valuta manipuleren. We mogen er dus van uit gaan dat een scherpe Chinese devaluatie door Washington gezien zal worden als escalatie, mogelijk beantwoord met nóg hogere heffingen of andere sancties. Dit dilemma verklaart waarom Beijing voorzichtig laveert.

Een andere overweging is dat China streeft naar lange-termijn monetaire stabiliteit en status. Een wilde devaluatie zou dat ondermijnen. Zoals analisten opmerken, wil China uiteindelijk een sterke en stabiele yuan om zijn ambitie als globale financiële speler waar te maken. Te grote schommelingen ondermijnen het vertrouwen in de munt. Daarom is het waarschijnlijker dat we een gematigde neerwaartse trend zien, misschien tot een bepaald vloerniveau. Breakingviews schat dat Beijing de val zou proberen te beperken tot circa 13% lager dan het huidige niveau – grofweg de waarde van vóór 2005, toen de yuan nog vast gekoppeld was aan de dollar. Dit suggereert dat China bereid is de yuan te laten zakken richting ~8,2 per USD (ten opzichte van ~7,2 nu) in stapjes, maar ook een absolute ondergrens in gedachten heeft om een valutacrisis te voorkomen.

Tot nu toe zien we dus voorzichtig beleid: een lichte verzwakking van de yuan en veel retoriek, maar geen drastische valutamanoeuvres. In de komende maanden wordt het spannend of China deze lijn houdt of dat economische pijn toch dwingt tot sterkere ingrepen. Een scenario is dat als de VS daadwerkelijk 50% extra tarieven invoert (tot totale heffingen van boven 80%!), China weinig andere keuze heeft dan de munt fors te laten glijden om exporteurs te redden. Dat zou echter een behoorlijke financiële schok veroorzaken in heel Azië – veel Aziatische valuta’s bewegen mee met de yuan, en een scherpe daling zou regionaal concurrerende devaluaties kunnen uitlokken. Beijing zal dit risico meewegen, te meer daar het ook diplomatiek bezig is alternatieve handelspartners te vinden (waar een stabiele yuan vertrouwen wekt).

Implicaties samengevat: Een beperkte maar gestage waardedaling van de renminbi lijkt waarschijnlijk zolang de handelsoorlog voortduurt. Dit helpt Chinese uitvoerders en maakt de Amerikaanse tarieven deels illusoir (omdat de prijsvoordelen verschuiven door de wisselkoers). Maar China zal proberen te voorkomen dat de situatie oncontroleerbaar wordt – zowel om binnenlandse economische reden (inflatie, kapitaalvlucht) als om geopolitieke redenen (geen totale breuk met het Westen uitlokken, en de eigen lange-termijn reputatie van de munt bewaken). Mocht de yuan de komende tijd toch sterker dalen dan verwacht, is dat een teken dat de handelsoorlog erger uit de hand loopt dan voorzien, met mogelijk zeer destabiliserende gevolgen voor de wereldeconomie.

3.2. Scott Bessent´s aanval op Chinese renminbi (yuan)?

China moet rekening houden met een belangrijke strateeg in de Trump administratie. Scott Bessent is een ervaren investeerder en voormalig hedgefondsmanager. Hij is de nieuwe minister van Financiën van de Verenigde Staten. Hij was werkzaam bij het Londense kantoor van Soros Fund Management en speelde een centrale rol in de shortpositie tegen het Britse pond in 1992. Deze zet, die leidde tot de devaluatie van het pond en de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit het Europese Wisselkoersmechanisme (ERM), leverde Soros’ fonds meer dan $1 miljard op. Deze gebeurtenis, bekend als “Black Wednesday”, toonde Bessent’s vermogen om macro-economische zwakheden te identificeren en te exploiteren. Na zijn tijd bij Soros richtte Bessent zijn eigen hedgefonds, Key Square Capital Management, op, waar hij in 2013 ook succesvol inzette tegen de Japanse yen (JPY), wat zijn expertise in valutamarkten verder onderstreepte. Deze achtergrond maakt hem een sleutelspeler in de huidige geopolitieke en economische spanningen, vooral in relatie tot de Chinese yuan (CNY) te midden van de handelsoorlog tussen de VS en China. We waren getuigen van een Black Monday op 7 april 2025 voor de Chinese aandelenmarkt. Daarover later meer.

3.3 Effecten op wereldwijde logistiek, investeringsstromen en productielocaties

De nieuwe tarieven beïnvloeden niet alleen de twee strijdende landen, maar resoneren door de hele wereldwijde toeleveringsketen. Sinds de jaren ’90 waren supply chains gebouwd op het idee van vrijhandel: productie vindt plaats waar het het meest efficiënt is (vaak China of elders in Azië), en eindproducten worden zonder al te veel barrières wereldwijd gedistribueerd. De tariefoorlog van 2018-2019 onder Trump had al verstoringen veroorzaakt en bedrijven aangezet tot zogeheten “China+1” strategieën – extra productielocaties buiten China zoeken om risico’s te spreiden. Nu, met een nog bredere en hogere tariefmuur, staan bedrijven voor forse herstructureringen van hun inkoop, productie en investeringen.

Directe impact: hogere kosten en onzekerheid. Amerikaanse importeurs krijgen abrupt te maken met sterk stijgende inkoopkosten. Neem de kleding- en textielsector als voorbeeld: op kleding uit China geldt nu effectief een totale heffing van 54% (de basis 10% plus China-specifiek extra 44% om eerdere straf erbij te rekenen). Ook andere belangrijke productielanden voor mode en consumptiegoederen worden hard geraakt: Vietnam ziet ~46% totaal tarief, Bangladesh 37%, India 26%, en zelfs de EU krijgt 20% tarief. Dergelijke cijfers zijn dramatisch – ze verhogen prijzen over de hele linie. De meeste bedrijven zullen deze kosten deels doorberekenen aan consumenten, wat bijdraagt aan inflatie. Reeds na de aankondiging zagen we aandelenkoersen van grote retail- en modemerken duikelen (Nike, Abercrombie & Fitch etc. verloren ~7-8% in waarde binnen een dag), uit vrees voor margedruk en vraaguitval. Ook bredere aandelenindex-futures doken omlaag (S&P500 -3.9%, Nasdaq -4.7%) , een teken dat beleggers rekening houden met flinke verstoringen in bedrijfswinsten en mogelijk een rem op de economische groei.

Versnelling van supply chain diversificatie: In reactie op de tarieven zal het bedrijfsleven zijn supply chains versneld herschikken. Veel bedrijven waren al bezig hun afhankelijkheid van China te verminderen (de China+1 aanpak). Nu wordt deze trend “dramatisch versneld” – het is een structurele omslag in plaats van een tijdelijke schok. Deskundigen vergelijken de impact met grote historische omslagen, zoals de schok van de pandemie. Rita McGrath (Columbia Business School) stelt dat we getuige zijn van een “structurele verschuiving in de globalisering die al gaande was, maar nu sterk is versneld” . Bedrijven moeten hun ketens herontwerpen met minder focus op absolute kostenminimalisatie en meer op agiliteit, transparantie en stabiliteit op lange termijn. Concreet betekent dit dat merken en fabrikanten nieuwe leveranciers en productieplaatsen gaan zoeken in regio’s met lagere of geen tarieven, of dichter bij de eindmarkt.

In eerste instantie leidde de handelsoorlog van 2018-19 tot duidelijke “winnaars” onder derde landen. Zo daalden de Amerikaanse importen van Chinese goederen in 2019 met $35 miljard, maar ~63% daarvan werd eenvoudigweg vervangen door import uit andere landen. Met name landen als Vietnam, Taiwan, Mexico en Europese leveranciers vulden het gat. Vietnam bleek destijds één van de grootste profiteurs, met haar export naar de VS die fors groeide ten koste van China. Dit toonde aan dat bedrijven vaak uitwijken naar alternatieve lagekostenlanden in plaats van terug te keren naar dure westerse productie . Het risico voor de Amerikaanse reshoring-ambitie is dan ook: hoge tarieven op China kunnen net zo goed leiden tot verschuiving van import naar bijvoorbeeld Zuidoost-Azië of Latijns-Amerika, in plaats van dat de fabrieken daadwerkelijk in de VS herrijzen.

In 2025 zien we een genuanceerd beeld ontstaan door Trump’s brede tariefbenadering. Waar in 2019 Vietnam en anderen volop konden profiteren, worden nu ook diverse van die “alternatieve hubs” getroffen door specifieke heffingen (Trump viseert immers alle landen met substantiële handelsoverschotten). Data van Q1 2025 laat zien dat Amerikaanse inkopers al begonnen waren hun extra orders te verschuiven van China naar andere Aziatische landen. Traditionele alternatieven als Vietnam en Bangladesh zagen echter geen verdere groei in bestellingen – waarschijnlijk omdat men anticipeerde dat ook die landen niet ontzien zouden worden door Trump. In plaats daarvan verkenden Amerikaanse bedrijven “nieuwe” productielanden: Cambodja (+36% jaar-op-jaar in Q1 inspectie-aanvragen), de Filipijnen (+62%) en vooral Indonesië (waar Amerikaanse inkoopinspecties meer dan verdubbelden) . Dit illustreert hoe bedrijven op zoek gingen naar minder bekende maar nog tariefvriendelijke oorden om hun supply chain voort te zetten. Spreiding is het toverwoord – inkopers willen niet nogmaals verrast worden doordat één land (China of zelfs Vietnam) ineens tarifair onaantrekkelijk wordt.

Toch is geen enkel buitenlands productiealternatief meer vanzelfsprekend veilig. Toen op Liberation Day bleek dat bijvoorbeeld Vietnam een extra heffing van 36% krijgt (bovenop de baseline, totaal ~46%) en Cambodja eveneens zwaar getroffen wordt, moesten strategen opnieuw bijsturen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat andere regio’s relatief winnen: landen die om politieke redenen ontzien worden of waarmee reeds vrijhandelsverdragen bestaan. Mexico en de rest van Noord- en Midden-Amerika komen hier in beeld. De VS heeft USMCA (NAFTA 2.0) met Mexico en Canada, en Trump heeft die niet opgezegd. Tarieven op Mexicaanse producten zijn daarom in principe beperkt of contractueel uitgesloten, waardoor Mexico een aantrekkelijk alternatief is voor productie bestemd voor de Amerikaanse markt. Hetzelfde geldt voor landen als Honduras, Guatemala of Colombia waarmee preferentiële afspraken of nabijheidvoordelen bestaan – zij krijgen mogelijk een concurrentievoordeel ten opzichte van verre Aziatische leveranciers. Uit een peiling bleek dat bijna 1 op de 2 Amerikaanse bedrijven van plan is in 2025 zijn nearshoring (productie dichterbij huis) op te voeren. Dit wordt gedreven door zowel de tariefdruk als door lessen uit de pandemie (waarbij grote afhankelijkheid van verre leveranciers riskant bleek). Latijns- en Zuid-Amerika zien reeds een toename in productieorders: lokale fabrikanten daar rapporteerden in Q1 2025 +15% groei in bestellingen, mede dankzij Noord-Amerikaanse bedrijven die dichterbij gaan sourcen. Deze verschuiving kan op termijn voor een hernieuwde industrialisatie in de VS zelf zorgen (reschoring) én een integratie van supply chains binnen het westelijk halfrond.

Investeringsstromen zullen dit patroon volgen. Waar de afgelopen decennia Westerse multinationals grote investeringen deden in fabrieken in China, zien we nu investeringskapitaal verschuiven naar andere regio’s. Bedrijven als Apple hebben al productie verplaatst naar India en Vietnam; nu zal de prikkel nog groter zijn om kapitaal te steken in fabrieken in bijvoorbeeld India, Indonesië of Mexico in plaats van China. Ook zullen binnen de VS nieuwe investeringen plaatsvinden in halfgeleiderfabrieken, batterijfabrieken, staalfabrieken etc. deels dankzij overheidsstimuli (denk aan de CHIPS Act subsidies) en nu ook dankzij het vooruitzicht van langdurige importtarieven die lokale productie rendabeler maken.

Chinese investeringsstromen ondergaan ook een transformatie. Chinese buitenlandse directe investeringen (BDI) waren de laatste jaren al aan het verschuiven: minder naar VS/EU (door screening en politieke spanningen) en meer naar ontwikkelingslanden waar Chinese bedrijven kansen zien en minder weerstand ontmoeten. Deze trend zal zich doorzetten. China zal mogelijk meer investeren in eigen regio (bijv. Zuidoost-Azië) om productie te verplaatsen naar landen die (voorlopig) minder onder Amerikaanse tarieven vallen, en om zo via omwegen toch de Amerikaanse markt te bedienen. Een voorbeeld: Chinese textielproducenten kunnen fabrieken in Vietnam of Indonesië uitbreiden; die landen exporteren dan kleding naar de VS. Als die landen echter ook zwaar getroffen worden, kan China nog verder weg kijken – bijvoorbeeld naar Afrika, waar het al veel investeert (denk aan Ethiopië’s opkomende kledingsector). Zo ontstaan nieuwe globale waardeketens waarin China een rol blijft spelen, zij het meer achter de schermen in derde landen.

We zien ook dat China zich meer richt op alternatieve markten om zijn export niet alleen van de VS te laten afhangen. Q1-data liet zien dat terwijl Westers inkopers hun aandeel uit China verlagen, de handel tussen China en opkomende regio’s sterk blijft. Vooral Latijns-Amerikaanse en Zuidoost-Aziatische vraag naar Chinese goederen blijft robuust. Dit wijst op een mogelijke heroriëntatie: China verdiept handelsrelaties in de Global South, terwijl de VS en Europa hun onderlinge en regionale handelsbanden versterken. Deze ontwikkeling van blokken of sferen is een reëel scenario als de tariefstrijd langdurig wordt: een wereld verdeeld in economische blokken waarin handel binnen het blok makkelijker is dan handel tussen rivaliserende blokken.

Productielocaties heroriënteren: Bedrijven evalueren nu kritisch waar ze hun producten maken. Samengevat zien we een paar trends:

  • Diversificatie van leveranciers: Bedrijven spreiden hun risico door meerdere leveranciersonderscheid. “Diversify your supplier base” is het credo. Dit betekent voorheen enkel in China geproduceerde goederen nu deels elders laten maken. Bijvoorbeeld elektronica-assemblage deels in Vietnam/Maleisië, textiel in Zuid-Azië, etc., om niet afhankelijk te zijn van één land’s tariefstatus.
  • Onshoring/Nearshoring: Waar mogelijk verplaatsen bedrijven productie dichter naar de eindmarkt. Door de tariefkostenafweging kan lokaal produceren soms weer rendabeler zijn dan importeren. Een advies is: “On-shore whenever possible” – vergelijk de hogere importkosten eens met lokale productiekosten, nu die relatieve verhouding wijzigt . Industrieën met hoge transportkosten of strategisch belang (bijv. auto-onderdelen, medische producten) zullen eerder geneigd zijn productie naar de VS zelf of buurlanden te halen.
  • Aanpassen van ontwerpen en processen: Sommige bedrijven proberen hun producten zo aan te passen dat ze onder een andere douanecode vallen of minder tariefgevoelige onderdelen gebruiken. Creatieve oplossingen om onder drempels door te glippen maken deel uit van de strategie.
  • Voorraad en flexibiliteit: De onzekerheid (“ever-shifting trade landscape” ) zorgt ervoor dat bedrijven meer buffervoorraden aanleggen en flexibele contracten met leveranciers proberen af te sluiten. Ze willen snel kunnen schakelen als er weer een tariefwijziging komt. Dit is vergelijkbaar met hoe men tijdens de pandemie leerde minder just-in-time en meer just-in-case te opereren.

Deze aanpassingen gaan niet zonder frictie of kosten. Het herschikken van een mondiale keten is complex en vergt investeringen. Sommige kleine en middelgrote ondernemingen zullen moeite hebben dit te bolwerken en kunnen in de knel komen of failliet gaan als hun marges volledig worden weggevaagd door tarieven en ze niet snel kunnen uitwijken. Grote multinationals hebben meer middelen om zich aan te passen, maar ook zij waarschuwen dat “het bijna onmogelijk is om effectief te plannen” in deze onzekere handelsomgeving.

De wereldeconomie als geheel kan te lijden krijgen onder deze fragmentatie. Het IMF en andere instituten berekenden eerder dat een volledige handelsscheiding tussen VS en China percentagepunten van het mondiale BBP kan kosten over de lange termijn, doordat efficiënties verloren gaan. In het kort ontstaan er winnaars en verliezers:

  • Potentiële winnaars: Landen die nieuwe investeringen en productie krijgen (bv. Mexico, India, Indonesië) kunnen opbloeien. Amerikaanse arbeiders in industrieën die heropleven kunnen winnen als er daadwerkelijk meer banen komen met goede lonen. Regeringen die tariefinkomsten genereren (de VS ontvangt nu miljarden aan extra douanerechten) winnen fiscaal gezien iets.
  • Verliezers: Chinese exportgerichte sectoren verliezen duidelijk marktaandeel en mogelijk banen. Amerikaanse consumenten verliezen koopkracht door hogere prijzen (ramingen tijdens de vorige tariefronde spraken van $800–$1200 hogere kosten per huishouden per jaar, dat zal nu nog hoger uitpakken). Bedrijven die sterk leunden op globale ketens verliezen door disruptie en herstructureringskosten. Ook landen als Duitsland of Japan die veel via China verbonden waren in ketens kunnen nadeel ondervinden.

Verder kan een langdurige handelsoorlog innovatie negatief beïnvloeden: als wereldwijde samenwerking afneemt, wordt kennisdeling moeilijker en ontstaan dubbelingen (bijv. twee parallelle tech-ecosystemen in plaats van één, wat inefficiënt is).

Geopolitieke invloed op ketens: Tenslotte moeten we benoemen dat de heroriëntatie van productie niet louter economisch gedreven is, maar ook politiek gestuurd wordt. Overheden werken actief aan het herschikken van ketens via beleid. De VS bijvoorbeeld investeert in domestic semiconductor fabs om minder afhankelijk te zijn van Azië (CHIPS Act). Europa voert een Critical Raw Materials Act in om minder van China’s grondstoffen afhankelijk te zijn. China op zijn beurt investeert miljarden in eigen halfgeleiderindustrie om Amerikaanse chips te vervangen. Dit zijn allemaal manifestaties van National Capitalism in de supply chain sfeer. De tariefescalatie van 2025 geeft deze beweging extra momentum – het is nu zichtbaar urgent voor beleidsmakers om productie “thuis” of bij vrienden te hebben. Begrippen als “friend-shoring” (productie bij bondgenoten) en “de-risking” (de afhankelijkheid van strategische rivalen verlagen) zijn het nieuwe mantra geworden in Washington en Brussel.

Kortom, de impact op waardeketens en investeringen is er één van versneld aanpassen en verschuiven. Wereldhandel wordt minder vrij en meer geregionaliseerd. De Chinese en Amerikaanse economieën raken verder ontkoppeld, en andere economieën positioneren zich in het ontstane speelveld. Voor sommige landen biedt dit kansen op industrialisatie, voor anderen dreigt verlies van toegang tot markten. Op de lange termijn zal de globale economie waarschijnlijk minder geïntegreerd en mogelijk minder efficiënt zijn dan in het hoogtijdagen van de globalisering – een prijs die betaald wordt voor de grotere nadruk op veiligheid en nationale belangen.

5. Scott Bessent & Black Monday van 7 april 2025

Scott Bessent werd aangesteld om de dollar te versterken door juist het tegenovergestelde te doen van de waarschuwingssignalen die hij zag bij het Britse pond. Opgeblazen huizenmarkten, rendementen op staatsobligaties en andere indicatoren wezen op een situatie die leek op de ‘big short’ die het Soros-fonds destijds succesvol uitvoerde. Zijn focus op huizenprijzen en rentes op staatsobligaties is meer dan alleen populisme; hij probeert de belangrijkste voorlopende indicatoren van een munt te verstevigen. Dit kan “white hat hacking” van de dollar worden genoemd: het in kaart brengen van de kwetsbaarheden om de dollar te beschermen tegen toekomstige uitbuiting.

Een van de meest opvallende kwetsbaarheden was een sterk overgewaardeerde aandelenmarkt. Wall Street verkeerde in een roes, hedgefondsen waren tot het uiterste gefinancierd met geleend geld. Als die zeepbel zou barsten, had dat een financiële crisis zoals in 2008 kunnen veroorzaken. De invoering van deze hoge tarieven, met alle volatiliteit die daarbij hoorde, was een manier om een gecontroleerde crash teweeg te brengen. Liberty Day met de aankondiging van een wereldwijde handelsoorlog zorgde voor paniek op Wall Street en ze schroefde de schulden terug. Hierdoor zijn er nu geen banken of hedgefondsen meer die hun leningen niet kunnen aflossen door overmatige leverage. De Chinese aandelenmarkt boekte op 7 april 2025 historische verliezen. Het was een wereldwijde Black Monday voor de aandelenmarkten.

Vandaar, de extreme heffingen op China komen ook op een moment dat Bessent een recessie of depressie in China voorziet, iets wat hij herhaaldelijk benadrukte in gesprekken. Door China in te sluiten en hun export flink duurder te maken, creëert hij omstandigheden die lijken op die van de ‘big short’ van het Britse pond. Als de Chinese yuan instort, zal dat wereldwijd een vlucht naar Amerikaanse staatsobligaties veroorzaken. Dit zou de rentetarieven nog verder drukken, precies op het moment dat de VS $9 biljoen aan aflopende schulden moeten herfinancieren.

4. Lange handelsoorlog zorgt voor verdere Bitcoin adoptie

De handelsoorlog tussen de VS en China en de bredere verschuiving naar National Capitalism onthullen een dieperliggende zwakte in het huidige mondiale financiële systeem: het gebrek aan een neutrale, betrouwbare reserveasset en basisgeld dat losstaat van nationale belangen en geopolitieke spanningen. Terwijl staten zoals de VS en China hun economische wapens scherpen – van importheffingen tot valutamanipulatie – groeit de behoefte aan een neutraal alternatief dat stabiliteit biedt in een multipolaire wereld waarin grootmachten elkaar steeds meer wantrouwen. Bitcoin komt hier naar voren als een kandidaat die deze rol kan vervullen, met unieke eigenschappen die het superieur maken aan traditionele activa zoals goud. Deze ontwikkeling wordt versterkt door recente signalen dat zelfs de Amerikaanse overheid Bitcoin begint te omarmen als strategische reserve.

4.1 Bitcoin versus goud: een superieure decentrale oplossing

Goud heeft eeuwenlang gediend als een neutrale waardeopslag en reserveasset, juist omdat het niet afhankelijk is van een centrale autoriteit. Echter, in het licht van moderne geopolitieke spanningen en technologische vooruitgang vertoont goud significante beperkingen. Goud is fysiek, zwaar en moeilijk te transporteren, wat het kwetsbaar maakt voor manipulatie en beperkingen in internationale handel. Goud kan worden belast met importheffingen, in beslag worden genomen of nagemaakt (bijvoorbeeld met wolfraam), en de winning en handel ervan zijn onderhevig aan centrale controle en geopolitieke druk. In een wereld waar staten zoals de VS en China handelsstromen actief sturen, kan goud niet langer de flexibiliteit en onafhankelijkheid bieden die nodig zijn.

Bitcoin daarentegen opereert peer-to-peer (P2P) over zijn eigen decentrale netwerk, zonder afhankelijkheid van banken, overheden of fysieke infrastructuur. Het is digitaal, grenzeloos en onvervalsbaar dankzij de blockchain-technologie, en het kan niet worden gestopt of belast met tarieven zoals fysieke goederen. Waar goud vatbaar is voor confiscatie of manipulatie (denk aan centrale banken die goudvoorraden verplaatsen of verkopen), biedt Bitcoin’s vaste voorraad van 21 miljoen munten – vastgelegd in code – een ongeëvenaarde zekerheid. Dit maakt Bitcoin niet alleen een “digitaal goud”, maar een superieure versie ervan: een asset dat immuun is voor de fysieke en politieke beperkingen die goud parten spelen in een tijdperk van National Capitalism.

4.2 Bitcoin als basisgeld in een multipolaire wereld

In een multipolaire wereld waarin grootmachten zoals de VS, China en opkomende blokken (bijv. BRICS) elkaar wantrouwen, wordt het steeds moeilijker om te vertrouwen op nationale valuta’s zoals de dollar of de renminbi als wereldwijd geaccepteerde reserve. De dollar, hoewel nog dominant, staat onder druk door Amerika’s toenemende staatsschuld en de wapenization ervan via sancties en handelsbeleid. De renminbi kampt met een gebrek aan vertrouwen en kapitaalcontroles, zoals besproken in sectie 3.2. Dit vacuüm creëert ruimte voor een neutraal, apolitiek monetair netwerk dat geen enkele staat kan domineren. Bitcoin past perfect in dit plaatje.

Bitcoin biedt een “geopolitiek neutraal decentraal monetair netwerk” dat landen en individuen in staat stelt om waarde over te dragen zonder inmenging van rivaliserende mogendheden. In een tijd waarin handelsoorlogen en sancties de norm worden, kan Bitcoin dienen als basisgeld dat internationale transacties faciliteert zonder de risico’s van valutaschommelingen of blokkades. Dit is vooral cruciaal voor landen die zich willen onttrekken aan de invloedssferen van de VS of China – denk aan opkomende economieën in de Global South die nu al zoeken naar alternatieven voor de dollar.

4.3 De onvermijdelijke opkomst van Bitcoin als reserveasset

De adoptie van Bitcoin als globale reserveasset lijkt niet meer te stoppen, mede door de actieve rol van staten zelf. Een opvallende ontwikkeling is de recente aankondiging dat de Amerikaanse overheid Bitcoin gaat accumuleren in een strategische reserve, een stap die de legitimiteit en het geopolitieke belang van de cryptocurrency onderstreept. Deze “strategische Bitcoin-reserve” – mogelijk geïnspireerd door de accumulatie van goud in het verleden – positioneert de VS niet alleen als een economische supermacht, maar ook als een speler die anticipeert op een toekomst waarin digitale activa de monetaire orde herdefiniëren. Dit beleid sluit aan bij Trump’s bredere visie van economische soevereiniteit: door Bitcoin te omarmen, kan de VS haar invloed behouden in een wereld waar de dollar aan kracht inboet.

Tegelijkertijd versterkt deze stap het vertrouwen in Bitcoin wereldwijd. Als zelfs een grootmacht als de VS Bitcoin als strategisch ziet, zullen andere landen volgen – niet uit ideologie, maar uit pragmatisme. In een multipolaire wereld waarin handels- en valutaconflicten toenemen, biedt Bitcoin een uitweg: een asset dat niet kan worden gemanipuleerd door één partij en dat internationale samenwerking mogelijk maakt zonder afhankelijkheid van een centrale mogendheid. Dit contrasteert scherp met goud, dat weliswaar neutraal is, maar niet de snelheid, schaalbaarheid en onverwoestbaarheid van Bitcoin biedt.

4.4 Implicaties voor de handelsoorlog en National Capitalism

De opkomst van Bitcoin heeft directe relevantie voor de tarievenoorlog en de thema’s van dit artikel. Terwijl de VS en China elkaar bestrijden met heffingen en de wereldeconomie fragmenteert, kan Bitcoin een stabiliserende rol spelen door een alternatief te bieden voor traditionele monetaire systemen die nu onder druk staan. Bedrijven die geconfronteerd worden met verstoringen in waardeketens (zie sectie 3.2) kunnen Bitcoin gebruiken om internationale betalingen te doen zonder valutarisico’s of sanctiedruk. Landen die getroffen worden door Amerikaanse tarieven könnten Bitcoin adopteren om hun handel te diversifiëren en minder afhankelijk te worden van de dollar.

Bovendien past Bitcoin paradoxaal genoeg bij de geest van National Capitalism. Hoewel het een decentraal systeem is, kunnen staten het inzetten om hun eigen economische autonomie te versterken – precies zoals de VS lijkt te doen met haar Bitcoin-reserve. Dit maakt Bitcoin niet alleen een instrument voor individuen en bedrijven, maar ook een geopolitieke troef in een wereld waarin vertrouwen in traditionele systemen afneemt.

Handelsoorlog tussen VS en China, conclusie

De actuele handels- en tarievenoorlog tussen de VS en China markeert een keerpunt in de recente economische geschiedenis. Binnen het kader van Russell Napier’s National Capitalism bevestigt deze crisis dat vrijemarktdenkbeelden terrein hebben verloren aan staatsinterventie en economisch nationalisme. Staten dirigeren handel en kapitaal naar eigen inzicht, met globalisering op de terugtocht. Tegelijk vormt de escalatie de belichaming van de Trump-beweging’s agenda: wat begon als campagnekreten over America First, herindustrialisatie en fair trade is omgezet in concreet beleid – zij het met alle controverse en kosten van dien. Trump’s Liberation Day-tarieven laten zien hoe protectionisme mainstream is geworden in de VS en hoe retoriek over bevrijding van “economische onderdrukking” beleidsmatig wordt ingevuld.

De economische en monetaire gevolgen zijn complex en nog volop in ontwikkeling. China manoeuvreert om zijn munt stabiel te houden maar zal deze waarschijnlijk gecontroleerd laten verzwakken om de schok op te vangen, zonder een financiële crisis uit te lokken. Ondertussen herschikken bedrijven wereldwijd hun toeleveringsketens: sommigen zoeken hun toevlucht dichter bij huis of in nieuwe opkomende markten, anderen trachten met technologische en logistieke aanpassingen de pijn te verzachten. De geopolitieke economische fragmentatie zet door – mogelijk richting blokvorming waarbij de VS en China ieder hun eigen netwerk van handelspartners koesteren.

Uit deze analyse blijkt dat de handelsoorlog tussen China en de VS van 2025 meer is dan een ruzie over importheffingen; het is een symptoom van een breder transformatieproces en herijking van de globale orde. We bewegen van een decennium van globalisering naar een era waarin nationale belangen prevaleren in de economie. Dit komt met kansen voor sommigen, maar ook met aanzienlijke risico’s voor mondiale welvaart en stabiliteit. De oude waarschuwing van Reagan – dat protectionisme uiteindelijk iedereen schaadt – hangt nu als een echo in de lucht, aangehaald door China uit opportunisme, maar niet zonder grond. Trump voert zijn eigen reset agenda die o.a. door financiële strategen zoals Scott Bessent en Howard Lutnick wordt uitgevoerd waarin ook bitcoin een monetaire en geopolitieke rol gaat spelen.

Hoe dit alles zich verder ontvouwt, zal bepalend zijn voor de economische orde van de komende jaren. Eén ding is zeker: zowel ondernemingen als landen zullen zich moeten aanpassen aan een nieuwe periode waarin handelspolitiek onvoorspelbaar is en economische soevereiniteit weer een sleutelwoord. De great reset is nu in een versnelling terechtgekomen.

Beschik jij al over bitcoin? Lees hier over waar en waarom je bitcoin moet kopen.

Bronnen:

  1. Napier’s national capitalism visie en voorbeelden (Russell Napier: We Are Headed Towards a System of National Capitalism | Laurent Millet) (Russell Napier: We Are Headed Towards a System of National Capitalism | Laurent Millet)
  2. Uitspraken van President Trump en Witte Huis over Liberation Day en tariefplannen (What is Liberation Day? Understanding the April 2 Tariff Plans | Fox News) (What is Liberation Day? Understanding the April 2 Tariff Plans | Fox News)
  3. Chinese ambassade deelt Reagan’s anti-tarief uitspraak, 1987 (Xinhua) (China shares Ronald Reagan’s 1987 video on tariffs in response to US | Watch – Hindustan Times) (China shares Ronald Reagan’s 1987 video on tariffs in response to US | Watch – Hindustan Times)
  4. Details tariefescalatie april 2025: 34% wederzijdse heffingen, Trump’s dreigement +50% (China shares Ronald Reagan’s 1987 video on tariffs in response to US | Watch – Hindustan Times) (China shares Ronald Reagan’s 1987 video on tariffs in response to US | Watch – Hindustan Times)
  5. Trump’s Agenda47 handelsplan (universele tarieven, straffen China) (Agenda47: President Trump’s New Trade Plan to Protect American Workers | Agenda47 | Donald J. Trump) (Agenda47: President Trump’s New Trade Plan to Protect American Workers | Agenda47 | Donald J. Trump)
  6. Analyse Beyond the Horizon: Trump’s motieven, effecten op ongelijkheid, zeldzame aardmetalen (The New U.S.-China Trade War: Strategic Motives, Domestic Consequences, and Global Ramifications | Beyond the Horizon ISSG) (The New U.S.-China Trade War: Strategic Motives, Domestic Consequences, and Global Ramifications | Beyond the Horizon ISSG)
  7. Vogue Business: impact Liberation Day-tarieven op modeketens (tariefpercentages, reacties) (Trump Tariffs: New US tariffs throw fashion’s supply chain into turmoil | Vogue Business) (Trump Tariffs: New US tariffs throw fashion’s supply chain into turmoil | Vogue Business)
  8. Reuters Breakingviews: Chinese yuan-beleid na tarieven, verwachting gecontroleerde depreciatie (Yuan is strategic barometer for China post-tariffs | Reuters) (Yuan is strategic barometer for China post-tariffs | Reuters)
  9. QIMA Barometer Q1 2025: verschuiving sourcing uit China, alternatieve landen, nearshoring trend (As the Fog of Trade War Descends on the West, Emerging Regions May Offer Opportunities for Global Trade ) (As the Fog of Trade War Descends on the West, Emerging Regions May Offer Opportunities for Global Trade )
  10. Historische data handelsoorlog 2018–19: effect op handelstekort en verschuiving import ( The US–China Trade War: Vietnam Emerges as the Greatest Winner > Air University (AU) > Journal of Indo-Pacific Affairs Article Display )

Lees verder

Tether kondigt strategische investering in de Fizen crypto wallet aan

Het bedrijf achter de allergrootste stablecoin, en eveneens het grootste Web3 bedrijf, maakte vandaag (15 april) een strategische investering bekend in de Fizen crypto wallet. Fizen is een non-custodial crypto wallet waarbij gebruikers zelf volledig verantwoordelijk zijn voor de opslag en het beheer van hun cryptocurrencies. Fizen ondersteunt verschillende cryptocurrencies en stablecoins, waaronder Ethereum, DAI […]

Apr 15, 2025
2,5 min

Ray Dalio over bitcoin, goud en de changing world order

In dit rapport bespreken we visie van Ray Dalio, oprichter van Bridgewater Associates, over de veranderende wereldorde, bitcoin en goud. Zijn ideeën krijgen steeds meer aandacht nu de mondiale orde verschuift. Inleiding De beroemde investeerder Ray Dalio staat bekend om zijn macro-economische analyses en beleggingsprincipes. Recent heeft hij zich uitgesproken over de rol van bitcoin […]

Apr 14, 2025
18 min

Tom Luongo’s Visie over Bitcoin, Goud, de Fed, de Handelsoorlog, de EU en Trump

Tom Luongo, een Amerikaanse analist en auteur van de Gold Goats ‘n Guns-nieuwsbrief, staat bekend om zijn scherpe en vaak controversiële analyses van financiële markten en geopolitiek. Zijn ideeën over Bitcoin, goud, de Federal Reserve, de huidige handelsoorlog en de Trump-administratie bieden een unieke kijk op de strijd om financiële soevereiniteit en de verschuivingen in […]

Apr 13, 2025
5 min